iconOver de ongebonden heffingen

De ongebonden heffingen zijn:

  • forensenbelasting;
  • onroerendezaakbelastingen;
  • reclamebelasting;
  • toeristenbelasting.

Forensenbelasting

Deze belasting heeft tot doel om mensen die veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen. Zo dragen ze bij aan de kosten van deze voorzieningen. We heffen alleen forensenbelasting van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning tot hun beschikking hebben.

Onroerendezaakbelastingen (ozb)

Eigenaren van woningen en van niet-woningen betalen eigenarenbelasting. Voor een niet-woning (bedrijf) betaalt de gebruiker van een pand de gebruikersbelasting van de ozb. De grondslag is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. De andere grondslag vormt de totale geraamde ozb-opbrengst voor de totale omvang aan WOZ-waarden in Bronckhorst. Het te betalen bedrag wordt op de jaarlijkse aanslag uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.

We hebben alleen invloed op de geraamde ozb-opbrengst

De ontwikkeling van het ozb-tarief is vooral afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt (de WOZ-waarden). Stijgt de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt? Dan verlagen we het ozb-tarief. Anders zou de ozb-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Daalt de gemiddelde waarde op de vastgoedmarkt? Dan verhogen we het ozb-tarief, om te voorkomen dat de ozb-opbrengst daalt. Passen we de tarieven aan op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt? Dan heeft dat voor de gemiddelde eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de ozb-heffing. Een gemiddeld vastgoedobject volgt immers de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.

De ozb is een tijdstipbelasting

Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie per 1 januari van het belastingjaar geldt. Als iemand in de loop van het jaar bijvoorbeeld zijn huis verkoopt, dan nemen we deze verandering mee in het volgende belastingjaar.

Zo realiseren we het WOZ-percentage

Om het WOZ-percentage te bepalen, volgen we de volgende jaarlijkse cyclus:

Stap 1: We stellen het tarief vast in november (in 2020 voor 2021). Dat doen we over:

  • totale WOZ-waarde woningen
  • totale WOZ-waarde niet-woningen

Stap 2: De aanslagen WOZ-waarde (2020) x tarief (2021) gaan de deur uit, inclusief verwerkte areaalveranderingen per 1 februari (2021). Dan ontvangt de betaler een individuele aanslag voor:

  • particulier: WOZ-waarde woning x tarief eigenaren woning, of
  • bedrijf: WOZ-waarde niet-woning x tarief eigenaren niet-woning en/of een WOZ-waarde niet-woning x tarief gebruikers niet-woning

Stap 3: De gemeenteraad bepaalt bij de perspectiefnota de vaste uitgangspunten (2022) zoals inflatie voor de ozb-opbrengst en eventuele andere maatregelen. Voor 2022 gaat het om 1,6% inflatie, de hogere kosten voorncnp-bedrijven (€ 10.000) en de extra opbrengst (€ 360.000).

Stap 4: 

In de begroting (2022) ramen we de werkelijke opbrengst opgelegde aanslagen (februari 2021) vanuit stap 2 als opbrengst. De 3 bedragen (eigenaren woningen, eigenaren niet-woningen en gebruikers niet-woningen) vermeerderen we daarna met de uitgangspunten vanuit stap 3.

Stap 5: 

Het taxatiebureau raamt de marktontwikkeling bij de totale WOZ-waarden (omvang daling/stijging WOZ-waarden woningen en niet-woningen eind september 2021) en bepaalt daarmee de verwachte totale WOZ-waarde voor woningen en niet-woningen op de peildatum. Alle WOZ-areaalveranderingen na stap 1 worden jaarlijks op dit moment verwerkt in het tarief.

Stap 6 = stap 1: 

Het tarief (2022) stellen we vast in de raad. Dit is de uitkomst van: X = gemeente-opbrengst woningen, eigenaren niet-woningen of gebruikers niet-woningen (stap 4) delen door Y = totale WOZ-waarde woningen of niet-woningen (stap 5).

Welke ontwikkelingen zien we?

De opbrengst voor eigenaren niet-woningen is lager dan in 2021

Hiervoor hebben we uitgelegd hoe het WOZ-percentage ieder jaar tot stand komt. Vanuit stap 4 (ramen op basis van werkelijkheid) berekenen we de verwachte opbrengst. En voor eigenaren niet-woningen valt dat wat lager uit ondanks de jaarlijkse indexering. Voor eigenaren niet-woningen is er geen sprake van een rioolheffing, dus ook geen ozb-verhoging.

We hebben de verhoging van de opbrengst met € 360.000 verwerkt

In de Perspectiefnota 2022-2025 hebben we vastgelegd dat we tegenover de verlaging voor rioolheffing een verhoging van de ozb-opbrengst doorvoeren zonder dat de woonlasten voor de inwoner zou stijgen. Die verhoging hebben we doorgevoerd bij de opbrengst voor eigenaren woningen en voor de gebruikers niet-woningen.

Voor de kosten van no cure, no pay-bedrijven nemen we € 105.000 mee

Vanaf 2021 verhogen we de ozb-opbrengst met het bedrag dat we uitgeven voor de kosten van no cure, no pay-bedrijven (ncnp). Voor deze bedrijven vormen de gemeentelijke belastingen een verdienmodel. Dit gaat ten koste van de besteding van deze ongebonden heffing. In 2021 was dat nog geraamd op € 95.000 en nu verder verhoogd met € 10.000 naar € 105.000.
Dat doen we ook omdat GBTwente verwacht meer bezwaren te zullen krijgen vanwege de nieuwe berekening van WOZ-waarde naar oppervlakte (m2) in plaats van op inhoud (de m3). Landelijk is de VNG actief om te zorgen dat de inzet van deze bedrijven voor WOZ-bezwaren van inwoners stopt. De WOZ-waarden zijn namelijk nooit exact op de euro.

Vanaf 2022 is de aanslag voor ozb op m2 (oppervlaktemaat)

Voor de belastingronde 2022 krijgen we te maken met de uitkomsten van de wettelijke omzetting van de meetparameter m3 naar m2. Dit project is door GBTwente in de periode 2020-2021 afgerond in nauwe samenwerking met Bronckhorst. We verwachten hieruit een grotere bezwarenstroom omdat dit nieuw is voor de belastingbetalers. De aanslagrondes bij andere gemeenten van GBTwente laten zien dat dit oploopt naar 25% meer bezwaren. Via onze kanalen en die van GBTwente doen we er alles aan om de burger goed te informeren om het stijging van het aantal bezwaren zoveel mogelijk te beperken.

We volgen de ontwikkeling van de WOZ-waarden

In de begroting volgen we de waardeontwikkeling van objecten voor de 3 groepen die ozb betalen. Dat doen we voor het moment waarop we het tarief bepalen en voor het moment waarop we de aanslag opleggen.

De WOZ-waarde voor gebruikers is lager dan voor eigenaren

De WOZ-waarde voor ozb-gebruikers niet-woningen is altijd lager dan de WOZ-waarde voor ozb-eigenaren niet-woningen. Volgens de wet mag over de woononderdelen van een niet-woning geen ozb-gebruikersheffing geheven worden.

De WOZ-waarden ontwikkelen zich als volgt:

Ontwikkeling WOZ-waarden (x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

WOZ-waarde bij tariefbepaling (oktober)

Eigenaren woningen

3.884.498

4.059.034

4.878.507

4.597.112

Eigenaren niet-woningen

778.804

787.673

779.484

639.782

Gebruikers niet-woningen

568.005

579.365

638.311

537.605

Aantal objecten

19.000

19.185

19.253

19.253

Gemiddelde waarde per object

245

253

294

272

WOZ-waarde bij aanslagoplegging (februari)

Eigenaren woningen

4.047.980

4.344.529

4.666.330

Eigenaren niet-woningen

769.726

738.958

787.111

Gebruikers niet-woningen

663.580

585.733

661.405

Reclamebelasting

Reclamebelasting kunnen we heffen over openbare aankondigingen die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn. Voorbeelden zijn gevelreclame, bestickering ramen, posters, vlaggen, uithangborden, luifels of spandoeken. We heffen de reclamebelasting in het centrum van Vorden, Hengelo en Zelhem en voor het industrieterrein Zelhem.

De belastingopbrengst gaat naar de stichting Ondernemersfonds van de kern

De belastingopbrengst (min de uitvoeringskosten van GBTwente) gaat via subsidie naar de stichting Ondernemersfonds voor de kern waarover we de belasting heffen. Voor het industrieterrein Zelhem gaat de opbrengst naar de stichting die het parkmanagement uitvoert. We verantwoorden de subsidies in deelprogramma 3A Economie (2.1.3).

Welke ontwikkelingen zien we?

We veranderen niets aan de reclameverordeningen

De deelnemende ondernemers vragen niet om een wijziging in de verordening of tarieven voor 2022. We volgen of het verloop van de coronacrisis effect heeft op de reclamebelasting en communiceren daarover met de subsidie-ontvangers.

Toeristenbelasting

Deze belasting heffen we voor overnachtingen binnen Bronckhorst van personen die geen inwoners zijn van de gemeente Bronckhorst. Zij gebruiken bijvoorbeeld een camping, pension, ligplaats of vakantiehuisje. De verhuurder mag deze belasting doorrekenen aan deze personen. We innen de belasting van de verhuurder.

Degene die de voorziening gebruikt, betaalt hieraan mee

De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting. Namelijk dat de mensen die deze voorzieningen gebruiken, maar niet in onze gemeente wonen, hieraan meebetalen. In Bronckhorst besteden we deze belastingopbrengst volledig voor toerisme, onderdeel van deelprogramma 3A Economie (2.1.3).

Welke ontwikkelingen zien we?

We halen meer toeristen naar Bronckhorst

Met de toeristische campagne 'Tot slot' willen we meer recreatiegasten naar Bronckhorst halen. Dit zorgt voor het behoud van de bestaande opbrengst.