iconDe ontwikkelingen in het sociaal domein zijn voor ons de grootste uitdaging

Met het verwijderen van de ‘stolp’ verdwijnt de bestemmingsreserve, wat vereveningen van middelen binnen het sociaal domein direct zichtbaar maakt. Voor een viertal taakvelden in sociaal domein drukken de risico’s van openeinde regeling en moeilijke voorspelbaarheid direct op het weerstandsvermogen. Het gaat hier om maatwerkvoorzieningen 18+ en 18- (taakvelden 6.71 en 6.72), geëscaleerde zorg 18- (taakveld 6.82) en begeleide participatie (taakveld 6.4). Dat er risico’s zijn is niet nieuw. Maar de onvoorspelbaarheid is groot en inherent aan de steeds, snel veranderende, wetgeving.

We willen de komende periode (2022 tot en 2025) gebruiken om steeds realistischer te begroten, rekening houdend met die onvoorspelbaarheid. Hiervoor willen we een egalisatiereserve maken waarbij de lasten door de onvoorspelbaarheid verdeeld worden over het jaar. M.a.w. wanneer de lasten hoger zijn dan begroot voor wat betreft de aangemerkt taakvelden waar sprake is van een hoge mate van onvoorspelbaarheid, kan een beroep worden gedaan op de reserve. Na deze periode en wanneer we realistischer kunnen begroten, overwegen we de reserve op te heffen, waarbij we terugvallen op het reguliere risicomanagement met als ‘achtervang’ het weerstandsvermogen.

De uitwerking van de reserve ‘Openeinde-regelingen Zorg en ondersteuning staat in bijlage 4.5 van de programmabegroting uitgewerkt en nemen we mee bij de Nota reserves en voorzieningen. Voor de egalisatiereserve willen we van het eenmalige begrotingsoverschot 2022 € 1 miljoen reserveren. Daarbij komen dan nog de overschotten, die vanuit besluitvorming over de begroting 2021 bij de 2e tussenrapportage 2021 en de jaarstukken 2021 kunnen ontstaan.