iconWat is vandaag ons begrotingsbeeld

Het onderscheid tussen Programma 1 Zorg en ondersteuning en de overige programma's is vanaf 2022 vervallen omdat we niet langer onderscheid maken in taken op grond van (ontvangen) rijksmiddelen, maar op grond van eigen beleidskeuzes. Dit is vastgelegd in de Perspectiefnota 2022-2025.

In de eerste regel staat het financieel beeld dat we schetsten in de Perspectiefnota 2022-2025.

Uw laatste actuele informatie van de financiële positie staat in de actieve informatievoorziening over de Meicirculaire 2021 (juli 2021). Bij de doorrekeningen van bestaande budgetten (indexeren en verloop in kapitaallasten) gebruiken we vastgestelde uitgangspunten (4.3).

In onderstaand overzicht ziet u de bijstelling van de begrotingsruimte.

Begrotingsruimte

Ontwikkeling financiële positie

2022

2023

2024

2025

Beeld bij Perspectiefnota 2022-2025

-

464

73

135

Effecten Meicirculaire 2021 (juli 2021)

376

105

-108

-204

Beeld na Meicirculaire 2021

376

570

-36

-69

Niet uitvoerbare maatregelen Perspectiefnota binnen programma 1 Zorg en ondersteuning (informatievoorziening juni 2021)

-85

-1.130

-1.130

-1.130

Extra geld voor Jeugdzorg (arbitragecommissie)

1.500

1.113

1.020

909

Resultaat 1e tussenrapportage 2021 (24-6-2021)

169

-

379

-

Autonome ontwikkelingen (uitgangspunten)

-788

-239

-227

130

Begrotingsruimte Programmabegroting 2022

1.172

313

6

-160

+ = begrotingsoverschot; - = begrotingstekort

We hebben 6 financiële bijzonderheden in deze programmabegroting verwerkt

Uit het voorgaande overzicht 'Begrotingsruimte' blijkt dat de begroting voor 2022 sluitend is, ook in meerjarenperspectief. In dit beeld zitten de volgende uitwerkingen:

  1. Beleid voor programma 1 Zorg en ondersteuning betalen we uit onze jaarlijkse budgetten, net zoals we dat doen bij de overige programma's. Eventuele overschotten en tekorten in een jaar beoordelen we bij de Jaarstukken en ook de uitwerking daarvan voor komende jaren. Dat maakt een bestemmingsreserve Sociaal domein overbodig vanaf 1 januari 2022.
  2. We gebruiken de extra rijksmiddelen voor Jeugdzorg voor programma 1 Zorg en ondersteuning, zowel in 2022 als in de jaren erna. De besluitvorming voor de periode na 2022 moet landelijk nog starten, maar we verwachten dat het nieuwe kabinet de uitspraak van de arbitragecommissie volgt.
  3. De eerste investeringsvoorstellen van de Investeringsagenda zijn in deze begroting verwerkt in deelprogramma 2B Aantrekkelijke leefomgeving. Voor het investeringsbedrag waarvoor nog geen raadsbesluiten genomen zijn, hebben we in het jaar 2025 de jaarlast vanuit de jaarlijkse begrotingsruimte en de bestemmingsreserve Kapitaallasten Investeringsagenda geraamd.
  4. De ontwikkelingen na de Perspectiefnota komen voornamelijk vanuit de Meicirculaire en de tussenrapportages 2021.
  5. We hebben geen rekening gehouden met de effecten van de herverdeling van het Gemeentefonds op onze rijksinkomsten of de nog te nemen besluiten voor de Investeringsagenda.
  6. De beschikbare begrotingsruimte 2022 willen we gedeeltelijk inzetten voor het sociaal domein.

We handhaven ons scherpe begrotingsbeleid

We vinden begrotingsruimte belangrijk omdat we voor het sociaal domein nog steeds tekorten voorzien en een vermindering van de Algemene uitkering verwachten. Dit vraagt om scherp begrotingsbeleid en financieel beheer omdat we tegenvallers niet langer uit Algemene reserve kunnen dekken zonder daarbij aanpassingen te doen in investeringsambities.

We hebben een sluitende begroting 2022

We hadden al een sluitende meerjarenbegroting 2022-2025 gerealiseerd met de voorstellen in de Perspectiefnota. Die bleken voor een deel niet geschikt en zo ontstond opnieuw een tekort door ontwikkelingen binnen het sociaal domein. Met de uitspraak van de arbitragecommissie voor de Jeugdzorgkosten, het doortrekken daarvan voor de jaren na 2022 en het volgen van de Meicirculaire 2021 bereiken we een sluitende meerjarenbegroting voor de eerste 3 jaar van de planperiode. De financiële problematiek speelt pas na 2022, het jaar 2022 laat een groot overschot zien.

De effecten voor de begrotingsruimte door de 2e tussenrapportage 2021 en de Septembercirculaire 2021 volgen later

In de cijfers hebben we niet de 2e tussenrapportage 2021 en de Septembercirculaire 2021 verwerkt. Besluitvorming daarover vindt nog plaats (tussenrapportage) of informatie moet nog komen (circulaire).
We weten dat vanuit de 2e tussenrapportage de effecten beperkt blijven tot € 24.000 nadelig voor de jaren 2022-2025 (bij ongewijzigde besluitvorming). De wijzigingen voor programma 1 Zorg en ondersteuning zijn al onderdeel van de ramingen 2022-2025 (sluitingsdatum daarvan was 1 juli 2021).